De kracht van professioneel opvoeden
in een gewone gezinssituatie
Doelgroepbeschrijving
Een ‘gezinshuiskind’ is als doelgroep moeilijk te omschrijven. Vanuit de gedachte dat zorg zo licht mogelijk moet zijn, is een gezinshuiskind een kind dat niet (meer) in een pleeggezin kan wonen, omdat de problematiek hiervoor te zwaar is (geworden). En de problematiek van een gezinshuiskind is dan weer te licht voor hoogcomplexe zorg, zoals leef- of behandelgroep. Ook komt het voor dat er geen pleeggezin gevonden wordt vanwege de leeftijd van de jeugdige of omdat er een wens is broertjes en zusjes samen te plaatsen, en ook dan kan er aan een gezinshuis gedacht worden.
Het kind beschikt over een ten minste benedengemiddelde intelligentie. Er is sprake van problematiek, maar niet dermate ernstig dat hiervoor intensieve behandeling nodig is. De veiligheid van het kind zelf of anderen is niet in het geding door de problematiek. Ouders kunnen in voldoende mate verdragen dat hun kind in een gezinshuis woont. Het kind is (met hulp) in staat om in een gezin te leven en wil dit ook. Het kind heeft dagbesteding in de vorm van school of werk.
Nota bene: omdat het gezinshuis niet volledig kan voldoen aan de richtlijn betreft suïcidaliteit, kunnen kinderen waarbij sprake is van suïcidaliteit niet in het gezinshuis geplaatst worden.
Als een kind dieren en/of kinderen mishandelt of seksueel misbruikt, kan het niet in ons gezinshuis komen wonen. Ook als er sprake is van fysieke agressie richting verzorgers, kan het niet in ons gezinshuis komen wonen.
In het gezinshuis mag geen drank of drugs gebruikt worden. Verslaving is daarom een contra-indicatie. Criminaliteit is een contra-indicatie. Een sterke loyaliteitsproblematiek, ouders die de plaatsing niet kunnen verdragen is een contra-indicatie.
Wat valt onder de zorg van een gezinshuis
Vanuit de zorgvorm geredeneerd, is een gezinshuiskind een kind dat woonzorg nodig heeft. Woonzorg is geen behandeling.
Onder woonzorg valt alles wat het wonen in een gezinshuis behelst, zoals huisvesting (inclusief een eigen slaapkamer en de inrichting ervan), gebruiksartikelen, voedingskosten, reis- en vervoerskosten, zak- en kleedgeld, kosten voor speelgoed, vakantie en vrijetijdsbesteding, de 24/7 zorg en aandacht van beide gezinshuisouders, evenals kosten die voor het onderwijs worden gemaakt.
Begeleiding die geboden wordt door de gezinshuisouders in het kader van het wonen in een gezinshuis, dus met als doel stabilisering, verwerking en het omgaan met wonen in een gezinshuis, kan onder woonzorg vallen. Ook inzet die nodig is van de gezinshuisouders in het kader van samenwerken met het netwerk van het kind valt onder de woonzorg.
Intensieve ouderbegeleiding, bijvoorbeeld in het kader van accepteren van de plaatsing, begeleide omgang of veiligheid in de thuissituatie, etc. valt niet onder woonzorg. Aanvullende jeugdhulp, bijvoorbeeld therapie of dagbesteding, valt ook niet onder woonzorg. Tevens valt vervoer, bijvoorbeeld van en naar bezoeken, niet onder woonzorg.
Copyright © All Rights Reserved